Route 66 negeren we compleet, jammer, maar we hebben die dag zo veel te zien dat we echt geen omweg kunnen maken. Arizona heeft heel veel te bieden en als eerste op de agenda vandaag is een bezoek aan Meteor Crater. We slaan een afslag te vroeg af, misleid door de borden Meteor City. Meteor City is een geen stad, meer een hoopje zielige caravans en de weg houd er ook op. Letterlijk merken we als we met de auto hardhandig bijna een halve meter naar beneden schieten. Een vreemd gezicht maar het asfalt houdt opeens op en we mogen blij zijn dat we geen stukken met de auto hebben.
We maken een korte stop bij een tankstation en worden, als we weer onderweg zijn een paar kilometer voor Meteor Crater, verrast door de uitgestrektheid van het landschap. Je kunt echt mijlen ver kijken en het enige wat je kan zien is het landschap dat zich verder voor ons uitrolt.
De parkeerplaats waar we parkeren is bijna verlaten. Het is nog vroeg in de ochtend maar ook is voor de meeste mensen de vakantie afgelopen. We kopen een kaartje bij de ingang waarbij we de oudere man achter de kassa natuurlijk weer uit de doeken moeten doen waar we vandaan komen en na een prettig verblijf te zijn gewenst lopen we de trappen op naar Meteor Crater. We komen op een buitenplaats waar we links naar de crater zelf kunnen en rechts naar een museum. We besluiten eerst de crater zelf te bekijken.
De crater is bijna anderhalve kilometer in doorsnee en van bovenaf is het echt immens. Op de grond staan twee dummies van astronauten (werd als testing ground gebruikt?) en die kan je alleen met een verrekijker zien staan. De krater zelf is (de naam zegt het al) ontstaan door een meteorietinslag in de oertijd.
We gaan niet helmaal naar beneden. Wel lopen we het museum nog in. Het doet me erg aan het Evoloun denken, waar ik als kind vaak met een vriendje en mijn moeder heen ging. Je loopt door gangen en aan de muren hangen posters, plakkaten die uitleg geven over hoe de krater is ontstaan en over kometen etc. Af en toe kun je ergens een filmpje kijken of een testje doen. Je kunt ook jezelf laten fotograferen op een maanlandschap. Wij zijn vrij melig en ik laat Petra een foto maken terwijl ik spring. Dat levert een vreemd effect op en we liggen in een deuk. Misschien ook de stoffige museumsfeer die ons de lachstuipen bezorgt.
Rond 10 uur reizen we verder naar Flagstaff. De historische binnenstad is aardig maar met nog twee nationale parken voor de boeg niet de moeite waard om al te lang te blijven hangen. We zoeken een eetgelegenheid maar kunnen niets vinden wat ons de moeite waard lijkt. Terwijl we terug naar de auto lopen blijkt naast onze geparkeerde auto een leuk eettentje te liggen waar we ontbijten. De cappuccino was voor de verandering drinkbaar, misschien niet echt oké volgens Europese maatstaven maar voor Amerikaanse begrippen goed. Verder had ik mijn gewone bacon and toast en een orange juice terwijl Petra weer uitgebreid ontbeet.
Daarna reden we door naar ons eerste national park van die dag. Ik kende het verder niet en had er ook nog nooit van gehoord maar Petra wil er graag heen. Ook dit park is weer heel uniek. Overal waar je kijkt zie je geen zand maar gestold lava. Het doet me een beetje denken aan het gravel van een tennisbaan maar dan zwart.
Bij het tweede of derde uitkijkpunt wagen we ons ook aan een kleine wandeling van nog geen mijl. Het pad loopt steeds steiler omhoog en even later puffen we allebei heftig. Petra omdat ze geen conditie heeft en ik omdat ik Petra zit te duwen. Toch zetten we door en worden als beloning getrakteerd op een mooi uitzicht als we dan uiteindelijk boven op het puntje van de heuvel staan. Ik had niet verwacht dat het park zo leuk zou zijn, tot nu toe verschilt elk park enorm van elkaar en ik sta verbaasd over de afwisseling van het landschap hier. Hierna rijden we door naar de Grand Canyon, iets waar ik erg naar uitzie.
Als we in de Grand Canyon aankomen wil Petra het liefste naar het hotel en dan 's avonds teruggaan om het eens goed te bekijken. Ik wil eigenlijk wel meteen wat punten checken maar besluit toch maar eerst naar het hotel te gaan en wat te gaan eten alvorens we de volgende dag of dezelfde avond terug te gaan. Ook willen we een rondvlucht maken, iets wat iedereen ons heeft aangeraden. We rijden eerst naar het vliegveld en om vijf uur vertrekt de laatste vlucht, dat is over anderhalf uur. Dat komt goed uit.
We checken in ons hotel in en jammer genoeg heeft het geen internet. Ook geen restaurant. We besluiten naar het hotel aan de overkant van de weg te gaan om te kijken of daar wel een restaurant is. We willen eerst lopen maar er is geen trottoir en een 5 baansweg steek je ook niet zomaar over. Het is hier echt niet gebouwd op iets anders dan auto's. Wij pakken dus voor dat kleine stukje de auto maar het restaurant bij het hotel is verlaten. Dan maar een de nabijgelegen MacDonalds. We hebben honger en vreten ons helemaal vol. Niet zo slim blijkt later. Daarna rijden we weer naar het vliegveld.
Eigenlijk wilde ik eerst een helikoptervlucht maken omdat mij een helikopter fijner lijkt, minder beweging en mooier uitzicht. Een collega raadde me dat juist af omdat een vliegtuig goedkoper was en helikopters toch niet lager mochten vliegen dan de vliegtuigen. Petra leek het ook geen verschil uit te maken dus reden we de helikopters voorbij naar de 'gewone' vliegtuigen. Het vliegtuig was groter dan ik dacht en bood plaats aan 19 mensen. Toen we opstegen bleek al dat het lawaai aanzienlijk was en ook trilde alles heen en weer. Ik realiseerde me dat ik ook geen pilletje tegen de reisziekte had en bereidde me voor op een moeilijk half uurtje.
Petra bleek meer last te hebben van misselijkheid dan ik. Zij heeft uiteindelijk haar hele MacDonalds maaltijd uitgekotst in twee zakjes. Ik had het er moeilijk mee maar hield het wel uit. Van het schouwspel dat zich beneden aan ons ontvouwde heb ik weinig aandacht geschonken. Ik kon de collega's die me het hadden aangeraden wel schieten want dit was niet echt wat je noemt leuk. Ik ben heel blij als we weer op de grond staan. Ik pak een paar minuten om het draaierige gevoel te baas te worden en met veel pijn en moeite bereiken we onze hotelkamer. We nemen een pilletje tegen de reisziekte en een glas water. Ik zit op de grond tegen het bed bij te komen en merk dat ik echt er helemaal doorheen zit. Even later weet ik me in bed te werken. Ik zal blij zijn als we morgen in Vegas komen. Ik wil dit zo snel mogelijk vergeten. Een heel jammer einde van een prachtig begonnen dag.